Bepaalt de algemene instellingen, de instellingen voor foutafhandeling en de compileerinstellingen voor het huidige project in Visual Basic.
Opties op het tabblad
Rasterinstellingen voor formulier
Bepaalt hoe het formulier er tijdens het bewerken uitziet.
Raster weergeven ù Bepaalt of het raster wordt weergegeven.
Rastereenheid ù Toont de rastereenheid voor het formulier.
Breedte ù Bepaalt de breedte van de rastercellen in een formulier (2 t/m 60 punten).
Hoogte ù Bepaalt de hoogte van de rastercellen in een formulier (2 t/m 60 punten).
Besturingselementen uitlijnen op raster ù Plaatst de buitenste randen van besturingselementen automatisch op rasterlijnen.
Knopinfo weergeven
Geeft knopinfo voor werkbalkknoppen weer.
Project samenvouwen Vensters verbergen
Bepaalt of de project-, UserForm-, object- of modulevensters automatisch worden gesloten wanneer een project in de Projectverkenner wordt samengevouwen.
Bewerken en doorgaan
Waarschuwen voor verlies van status ù Bepaalt of u een bericht ontvangt waarin u wordt meegedeeld dat de opgegeven actie ertoe zal leiden dat alle variabelen op moduleniveau voor een project in uitvoering opnieuw worden ingesteld.
Fouten onderscheppen
Bepaalt hoe fouten in de ontwikkelingsomgeving van Visual Basic worden afgehandeld. Deze optie is van invloed op alle onderdelen van Visual Basic die worden gestart nadat u de instelling hebt gewijzigd.
Onderbreken bij enkel fouten ù Elke fout leidt ertoe dat de onderbrekingsmodus wordt geactiveerd, ongeacht of foutafhandeling actief is en ongeacht of de programmacode zich in een klassenmodule bevindt.
Onderbreken in klassenmodule ù Elke niet-afgehandelde fout in een klassenmodule leidt ertoe dat de onderbrekingsmodus wordt geactiveerd op de regel in de programmacode van de klassenmodule waarin de fout zich heeft voorgedaan.
Onderbreken bij niet-opgeloste fouten ù Als foutafhandeling actief is, wordt de fout onderschept zonder de onderbrekingsmodus te activeren. Als foutafhandeling niet actief is, leidt de fout ertoe dat de onderbrekingsmodus wordt geactiveerd. Een niet-opgeloste fout in een klassenmodule leidt ertoe dat de onderbrekingsmodus wordt geactiveerd op de regel in de programmacode van de klasse waarin de fout zich heeft voorgedaan.
Compileren
Op verzoek compileren ù Bepaalt of een project volledig wordt gecompileerd voordat het project wordt gestart of dat gedeelten van de programmacode pas worden gecompileerd wanneer ze nodig zijn. In het laatste geval kan de toepassing eerder worden gestart.
Achtergrondcompilatie ù Bepaalt of tijdens het uitvoeren gebruik wordt gemaakt van niet-actieve tijd om de compilatie van het project op de achtergrond te voltooien. Achtergrondcompilatie kan de uitvoeringssnelheid verhogen. Deze optie is alleen beschikbaar als ook de optie Op verzoek compileren is geselecteerd.